We schrijven vrijdag 15 januari 2013. Al vrij vroeg hing er een papiertje aan de deur met het woord ‘vol’. Er kon geen vlieg meer bij. Het Enschedese jazzcafé zat stampvol te genieten van pianist Peter Beets.

Vrijdag wijdde de Volkskrant twee pagina’s aan de wederopstanding van de in 1977 opgerichte Rotterdamse jazzclub Dizzy. Dat was nog eens een jazzclub. Art Taylor had daar gespeeld, Teddy Edwards, Chet Baker, Benjamin Herman, Rob van Bavel, Eric Voeimans…

Ach, denk je dan. Op die laatste na hebben die coryfeeën ook allemaal in de vier jaar eerder opgerichte ‘De Tor’ gespeeld. En zij niet alleen. Ook Jimmy Raney, Eric Vloeimans, John Scofield, Steve Swallow, Jack McDuff, Mark Withfield, Doug Raney, René Thomas, Al Cohn, Freddie Hubbard, Nat Adderey, Johnny Griffin, Piet Noordijk, Peter Nieuwerf, Barney Kessel, Rob Franken, Ack van Rooyen, Ronnie Cuber, Willem Breuker, Philly Joe Jones en Dizzy Gillespie zelf.

Het Volkskrant artikel eindigde met een overzicht waar nog meer jazz wordt gespeeld in Nederland. De Tor hadden ze er niet bij gezet. Volgend jaar veertig jaar jazz in Enschede. Niet de oudste club van het land. Wel de jazzclub die het langst op dezelfde plek zit. Alle jazzmusici in Nederland en daarbuiten kennen het podium. De Volkskrant is het niet opgevallen.

Peter Beets, de jongste Beets Brother is met z’n veertig jaar bijna net zo oud als De Tor. Hij speelde er vaker, maar niet zo als vrijdag een programma Chopin meets the blues.

Ongelooflijk. De klassieken tot swingen brengen daar hebben Jacques Loussier en Louis van Dijk zich ook mee bezig gehouden. Maar Beets ging wat originaliteit betreft wel een tandje verder. Met geestige praatjes tussendoor toonde hij in het gezelschap van bassist Frans van Geest en de uitnemend drummende Gijs Dijkhuizen aan dat de muziek van Chopin een fantastisch uitgangspunt voor jazz kan zijn. Waarin zelfs een flinke knipoog naar Chick Corea’s La Fiesta uitgedeeld kan worden.

Een overvol Enschedees jazzpodium genoot. Maar De Volkskrantlezer wordt op dat punt dom gehouden.

Ton Ouwehand

Oorspronkelijk gepubliceerd in weblog OverUit.nl>>