Geïnspireerd door een krantenartikel over zangeres Joni Mitchell ging ik op zoek naar meer jazzstukken dan die welke ik al jaren van haar in m’n platenkast heb. Maar ik raakte verstrikt in een gans ander genre, waarover ik al een jazzlevenlang doorgaans liever het zwijgen toe doe: mijn zwak voor de Dutch Swing College Band. De band van vroeger althans. Gaandeweg heeft dat gezelschap zich ontwikkeld tot een orkest waarvan mijn jazzhart toch minder snel klopt. Zeker, vakmanschap en minstens zo veel ondernemerschap maar veel avontuur zit er voor mij niet aan. Ieder zo z’n voorkeuren.

Tot diep in de jaren ’60 ervoer ik dat anders. Zeker, sinds ik zelf kon kiezen beschouwde ik mijzelf als een geharnast ‘moderne jazzer’. Daarbij hoorde dat je neerkeek op die dixielandmuziek. Ondanks dat dit de voertaal was op dansles en mijn schoolfeestjes. Ja, daar speelde dus de DSC. Zoals ook in mijn stam-etablissement, de Haarlemse Jazzclub. Heb zelfs een aantal keren met die mannen mee mogen drummen. En had ik een paar jaar twee-wekelijks les van DSC-slagwerker Huub Janssen. Wat daar verder van zij, ik was moderne jazzer. In het geheim bleef ik een zwak houden voor die muziek van toen en de verrichtingen van Louis De Lusannet, de gebroeders Kaart, Oscar Klein en een paar meer.

Ik moest nog dieper in de kast toen ik eind jaren ’90 kwam te drummen bij wat ooit New Orleans Seven was. Met mannen als Hans Roty, Herman Spruyt, Peter Dortmond en Sjoerd van Overeem. Fantastische tijd, maar als jazz telde daar alleen “Oude stijl’ en dat was echt heel wat anders dan wat de DSC speelde. Puristen. Voor hen was die dixieland helemaal een zondeval van jewelste. Voor echte jazz moest je terug naar de roots, uit de eerste decennia van de vorige eeuw.

Verleid door deze sweet memories kocht ik vanmiddag bij Apple iTunes iets geheel anders dan naar waar ik op zoek was. Voor welgeteld € 3,99 ‘The very best’ van de DSC uit de periode ’55 – ’60. Veertig van mijn geheime hits. Ook al had ik ze verspreid over meerdere platen en cd’s al heel lang in mijn collectie, en kan je er over twisten of de uitverkoren nummers inderdaad alle tot the very best hoorden, het was me een lust om dit terug te luisteren. Recht voor z’n raap, geheel voorspelbaar, maar wel vakwerk. Zelfs K-stukjes als Marina en Milord heb ik met vertedering zitten terugluisteren.

En intussen snap ik die liefde van toen. Simpel, het swingt!