Als het aan Ruud Ouwehand had gelegen, was er op deze koningsdag niet eens een concert geweest op dit ongekroonde Jazzpodium, maar gelukkig is de man niet zo koningsgezind: hij was het gewoon “vergeten”. Gelukkig maar, want nu kon het publiek de zoete smaak van Oranjebitter en de nagalm van decibelrijke andere “muziek”stijlen wegspoelen met ordentelijke jazz.

De beurt was het op deze koninklijke avond aan de jongere generatie, fraai betiteld met “Young VIP’s”. Van eind maart tot eind mei toeren twee gezelschappen door heel Nederland en keurig halverwege houden deze tien musici halt in Enschede.

Voor de pauze was het Sebastiaan van Bavel Trio aan bod, uitgebreid met Jasper Blom en Vera Naus. Het gezelschap had zich danig laten inspireren door John Coltrane en poëzie vormde ook een rode draad van hun optreden. Echt genieten werd mij helaas belet door het nogal forse geluid van zowel de saxofonist als de drummer. Beide rasmuzikanten, daarover bestaan geen enkele twijfel, maar behept met een te groot geluid voor deze kleine ruimte. Omdat de leider van het trio, de prima pianist Sebastiaan van Bavel, veronderstelde dat hij tegen de muzak van buiten moest opboksen, had hij ook nog eens gekozen voor de “lawaaierige” stukken. Dat was des te meer te betreuren, omdat de DJ buiten zich keurig aan de afspraak om rond negen uur te stoppen, gehouden had. Eigenlijk was ik wel nieuwgierig geworden naar muziek met oosterse sferen, die ons nu onthouden werd. Ik ging op zoek naar contrasten en die vond ik te weinig in het geboden repertoire: het was een aaneenschakeling van dynamische climaxen. Alle lof nog wel voor Vera Naus, die nog probeerde de muziek een dromerig tintje te geven. Voor wie wilde weten, wanneer zij aan bod kwam: zij stak dan keurig haar vinger op. Pas tegen het einde kwam er veel meer “lucht” in de samenklank en werd het klankbeeld transparanter, met een solo voor de sopraansaxofoon en alle ruimte voor de zangeres.

Na een flitsend changement en dus een relatief korte pauze was de andere VIP te horen: het Kika Sprangers Quintet. Op mij kwam dit optreden als een verademing over, want het klankbeeld was veel opener, er waren veel meer muziekstijlen, sferen en dynamische contrasten. De drummer, Benjamin Torbijn, stelde zich ook veel begeleidender op. Het was kortom muziek om lekker bij weg te dromen en ook in een hoger tempo nog prima “behapbaar”. Kika Spangers was een saxofoniste, die echt wat te vertellen heeft, zo werd al snel duidelijk, maar ook gitarist Eric Brugmans mocht er zeker zijn. Manuel Wouthuysen bespeelde niet alleen op uitstekende wijze de Tor-vleugel, maar ook de synths. Na vijf eigen composities, waaronder het titelstuk van de cd Leaves of Lily en twee stukken naar schilders van De Stijl, werd het publiek naar huis gebracht met een muzikaal “slaapmutsje”: Lumos. Heerlijk, voor op de rand van je bed.