Zonder dirigent

Zonder dirigent

In de tijd dat Rusland nog de Sovjet Republiek werd genoemd, vereiste het communisme dat er geen standsverschil mocht bestaan. Ook in de muziek wilde men dit laten gelden: een dirigent werd beschouwd als een verwerpelijk hiërarchisch element, dat immers teveel deed denken aan het gehate kapitalisme. Experimenten van orkesten zonder dirigent mislukten echter jammerlijk, omdat de totaalklank als weinig spannend en tamelijk mat werd ervaren. Het kan suggestie zijn of niet, maar dit historische gegeven schoot door mij hoofd bij het beluisteren van de Dual City Concert Band dat vrijdagavond zonder dirigent speelde. Noodgedwongen, want Rini Swinkels was verhinderd wegens gehoorproblemen. Het orkest speelde braaf en toegewijd als altijd de noten, maar de echte brille ontbrak: ik miste gewoonweg de gebruikelijke muzikale uitroeptekens. Het was overigens wel een gedenkwaardige avond, want precies op deze nieuwjaarsdag vierde het orkest haar zilveren jubileum en het was -gerekend vanaf het oprichtingsjaar 1970- de eerste keer sinds zes vrijdagen-de-eerste-januari dat Jazzpodium de Tor een concert gaf op nieuwjaarsdag.

Geopend werd uiteraard met Big Dipper, al werd juist niet afgesloten met Foot: de uitsmijter was nu de onvervalste blues Alone at last. Wellicht had dit te maken met de feature van deze avond: trompettist Bert Joris. Niet alleen bleek deze man een uitstekend trompettist, maar ook nog eens een onvervalste droogkomiek in zijn aankondigingen. In drie van de vijf stukken voor de pauze speelde hij mee: Innocent Blues, Magone en It’s my Time, met regelmatig een prima solo van pianist Koen Schalkwijk.

Het drankje in de pauze deed de heren (en dame) kennelijk goed, want nadien klonk het orkest bijna als vanouds en spetterde het zoals wij van Dual City gewend zijn. Begonnen werd met een Joris Bolhaar- compositie, Aviation, met weer prachtige sax-tutti en een slagwerksolo. Ook in dit tweede gedeelte nam de trompetsolist drie stukken voor zijn rekening, waaronder een jazzwaltz en een stuk waarin bassist Bart Tarenskeen een introductie voor zijn rekening nam. Sinds zijn vakgenoot Ruud Ouwehand opperde dat het altijd rumoerig wordt wanneer een bassolo wordt ingezet, durft geen Tor-bezoeker nog een vin te verroeren, zoals ook op deze avond.