Aan de vooravond van wat de koudste 16 september sinds mensenheugenis zou worden, werd op Jazzpodium de Tor bijkans het muzikale kookpunt bereikt en dat terwijl het seizoen nog maar net begonnen was. De aanleiding was dan ook niet mis: deze zomer was de Enschedese jazzpianist Jasper van’t Hof 70 geworden en hij zat ook nog eens een halve eeuw in het vak. Genoeg reden om binnen de kortste keren de deur op slot de doen: het alom gevreesde bordje “er kan geen kip meer bij” viel de laatkomers ten prooi.
Wat een feest! Toegegeven: er ging wel eens wat mis in de coördinatie, maar wie zich daar bovenmatig aan stoort, kan geen echte jazzliefhebber zijn. Jazz hoort immers tot de geïmproviseerde muziek en die kán en mág je niet langs een liniaal leggen. Vader en dochter Bijlsma waren van de partij, maar ook de tegenwoordig “Ahauser” crooner Henk Bleumink, die zich uitleefde op standards als April in Paris en Stella by starlight. “Wat klinkt die man als Sinatra” hoorde ik mijn buurvrouw opmerken. Naast deze vrienden-van-het-eerste-uur was er ook nog Wim Lutje Schipholt, die speciaal vanuit de provincie Groningen was gekomen om met zijn oude muziekvriend te spelen: op gitaar én banjo, welteverstaan. Wanneer hebben we op dit podium voor het laatst deze muzikale eiersnijder gehoord? Binnenkort weer: op zondagmiddag 29 oktober, maar dat terzijde.
Nog meer muzikale vrienden: natuurlijk de programmeur van de Tor himself (kijk in de gloednieuwe brochure en constateer dat hij dit seizoen wel érg zijn best heeft gedaan) Ruud Ouwehand op contrabas en gitaargigant Peter Tiehuis. De enige blazer in het gezelschap was Tony Lakatos, die met zijn spel de feestvreugde nog eens verder aanwakkerde. En dan de maestro zélf: over het ongebreideld originele spel van Jasper van’t Hof alleen al kun je een boek schrijven. Over zijn leven was dat al gedaan en wel door Hans Riesewijk. Het eerste exemplaar van de biografie Jasper van ’t Hof- een romanticus uit notenhout gesneden werd aan de zichtbaar ontroerde pianist uitgereikt. Hij kon tot slot alleen nog maar zeggen: “Enschede, het was geweldig” (en dat wás het ook) en voegde daar gelukkig aan toe: “tot volgend jaar!”. Aan deze belofte houden wij hem (maar dat had bestuurslid Willem Habers ook al gezegd).