‘Een ode aan het leven, aan vrijheid en aan Cádiz’, was de ondertitel van het Tor-programma
van 25 februari 2022, met als uitvoerenden Miguel Martinez sopraan/altsaxofoon, Juan Martinez bariton saxofoon en Eric Vaarzon Morel gitaar.
Niks geen drummers, bassisten of pianisten, enkel twee saxen en een gitaar. Dat moest het zijn. Maar voor het gekozen uitgangspunt, flamenco, bleek dat – met deze muzikanten althans – een overtuigend concept.

Eric Vaarzon Morel

Jazz en flamenco hebben raakvlakken zoals ritme, dynamiek, expressie en harmonieën die elkaar op z’n minst prachtig aanvullen. Miles Davis en de zijnen hadden dat in 1959 al eens gedemonstreerd met hun Flamenco Sketches (Kind of Blue). Toen was het een complete jazzcombo, nu was het vooral gitarist Eric Vaarzon Morel die het genre vormgaf en met zijn dynamische spel een stevige basis legde. Gaat de aandacht voor optredende gitaristen meestal uit naar wat ze met hun linkerhand aan noten kiezen en oké, ook aan akkoorden spelen, bij Vaarzon is gitaarspelen van een andere dimensie. Wat hij met zijn ‘slaghand’ en met de vingers daarvan, doet kent zo’n variatie en is tegelijk zo bepalend voor het geheel. Dit is gitaarspelen van een andere orde. Flamenco dus. En niet te vergeten het kloppen op de gitaar en ondersteunend stampwerk met de voeten. Geen sentimentele show maar functioneel en aanvullend op het ritme en de sfeer. In zijn eentje was de gitarist eigenlijk al het combo dat de muziek neerzette. Mooi om te zien en vooral te horen!

Daarbij overigens niets te kort doende aan de beide saxofonisten. Onversneden jazzers.

Miguel Martinez

Met een Spaanse achtergrond dan wel. Goede bekenden trouwens op het Tor-podium. Uit de onvolprezen ‘Jazzkroniek van de Tor’ (zie de aparte website) blijkt dat altist Miguel al in 1996, toen met Misja Mengelberg, in de Tor te gast was en Juan er in 2004 met zijn bari al bij was. En vele keren zouden volgen.

Juan Martinez

Zij speelden vanavond al dan niet unisono themaatjes en motiefjes en namen elk de nodige improvisaties voor hun rekening. Dat laatste is in dit genre vooral de jazz-specifieke inbreng. Die collectieven waren trouwens welkome bijdragen aan de herkenbaarheid van de verschillende muziekstukken; zonder dat zou enige eentonigheid op de loer liggen. De laatste twee stukken in uptempo met behoorlijk veeleisende collectieve saxpartijen, onderstreepten de betekenis van de blazersinbreng en resulteerden in een opwindende afsluiting.
Het totaal was feest om naar te luisteren, rijk aan ritme, harmonie en zeker, ook aan swing. Een avondje boeiende flamencogitaar aangevuld met twee fijne saxofonisten die duidelijk vertrouwd bleken met het genre. Een formule die stond als een huis, twee muziekvormen die elkaar heel mooi blijken aan te vullen. Hulde en dank.
Zo keert men echt vrolijk weer huiswaarts.