Toen ik pianist Louis van Dijk ooit tijdens een interview de vraag stelde of hij zich iets aantrok van recensies, zei hij ‘in principe niet.’ Maar, ging hij verder, hij had zich vreselijk opgewonden over een recensie in Het Parool, waarin stond dat  hij tijdens een concert had aangetoond dat ‘ook een welgestelde de blues kon hebben’. Dat had hem diep geraakt, dat maakte hem heel boos.

Ik was te laf om te zeggen dat die zin niet in Het Parool had gestaan, maar in Tubantia. En dat ik het had geschreven. Het was een telefonisch interview en als ik de schuld op me nam, zou hij de verbinding verbreken. Ik liet het zo. Ik was er destijds helemaal niet op uit geweest om Louis van Dijk te beledigen Het was een variant van mijn opvatting over muziek die ik nog steeds huldig.

Ik onderscheid twee soorten muziek: echte en onechte muziek.
Daar was ik na jarenlang bezoeken van Afrikafestival in Hertme achter gekomen. Je zag daar soms muzikanten die niet staat waren hun gitaar te stemmen. Ze zongen vals, maar met zo’n passie, zo’n urgentie, dat je zeker wist dat ze daar stonden omdat ze niet anders konden. Als ze niet in Hertme hadden gestaan, hadden ze zeker iets vergelijkbaars gedaan in het Afrikaanse dorpje waar ze vandaan komen.

Hun muziek fungeerde voor ze als geestelijke overleving. Dan kom je met de opmerking dat het slechte muziek is, niet ver. Het is echte muziek, het is puur het gaat over de uitvoerder zelf. Heel wat anders dan de format-muziekjes waar ze in Volendam en bij de TROS zo dol op zijn. Misschien muzikaal wel goed gemaakt, maar uitsluitend met in het achterhoofd dat het mogelijk scoort. En zo niet, dan zorgen we dat het scoort. Dat noem ik ‘onechte’ muziek. Ik geloof Chantal Janzen of Jan  Smit niet als die in een liedje treuren om een dood hondje, een onbeantwoorde liefde of een tuintje op hun hoofd.

Dat wilde ik in die recensie duidelijk maken. Louis van Dijk, die goed verdiende, die in jazzkringen niet al te serieus genomen werd door commerciële uitstapjes, die kon wel degelijk de blues hebben. Blues was niet iets dat voorbehouden was aan arme onderdrukte zwarte mannetjes die  na een dag keihard uitgebuit te zijn op een plantage op hun veranda hun onvrede van zich afzongen. Het was echte muziek van Louis van Dijk, had ik zelf vastgesteld. En hij was er boos over.

Heeft dit iets met Peter Beets te maken? In principe niets. Hoogstens dat Louis van Dijk een van zijn eerste leermeesters was. Maar pas het onderscheid tussen ‘echte’ of ‘onechte’ muziek eens toe op de twee hoofdrolspelers van de nieuwe serie in de Kleine Willem waarin: Peter Beets muzikanten ontmoet. Ik kende Sven Figee alias Sven Hammond als iemand die op zijn gelijknamige instrument bij het indrukken van een akkoord of notenreeks een gezicht kan trekken alsof het hem moeite kost deze speciale persoonlijke gevoelens met een publiek te delen. Geloofde ik hem? Eerlijk gezegd niet altijd. Terwijl Peter Beets bij vergelijkbare noten kan ogen als iemand die ondertussen ook nadenkt of hij wel genoeg sinaasappelen in huis heeft. Straalt dat urgentie uit? Ook niet altijd.

De ontmoeting leverde echter een avond vol echte, pure, urgente muziek op. Jazz zoals jazz is bedoeld. Waarbij de twee hoofdrolspelers, gesteund door een zeer adequate ritmesectie elkaar voortdurend inspireerden. Figee die in zijn begintijd enorm tegen de vier jaar oudere Beets had opgezien, benutte deze avond uitgebreid de mogelijkheid om zijn specifieke speelstijl optimaal in te zetten. En Beets die op piano, elektrische piano en synthesizer alles kan, speelde alleen wat er op het moment toe deed. Waar het moment om vroeg. Hij vatte het zelf goed samen: ‘als we morgen met dezelfde muzikanten, dezelfde stukken spelen dan krijg je een volkomen ander concert.’

Echte  muziek, respectvol omgaan met de erfenis van Dizzy, Duke Ellington en Herbie Hanock, waarbij niemand in de zaal de indruk had dat de muzikanten extra hun best deden omdat Matthijs van Nieuwkerk op de eerste rij zat. Als dat niet het geval was geweest had Beets hoogstens de opmerking weggelaten dat hij een plaat van Aznavour op de draaitafel heeft liggen.
Maar misschien ook niet.