Een uitzending van het NOS-programma Nieuwsuur van 5 januari van dit jaar geeft een nogal verontrustend beeld van de sfeer in het lokaal bestuur. Veel lokale bestuurders stoppen vanwege intimidatie en bedreigingen. Bijna de helft van alle lokale politici geeft aan te maken te hebben gehad met agressie en intimidatie. Die bedreigingen zijn steeds meer op de persoon gericht, blijkt uit recent onderzoek van Ipsos I&O in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hiermee zet de langjarige trend van toenemende agressie zich voort, al is ten opzichte van 2022 de verbale agressie licht afgenomen. Andere vormen van agressie tegen politieke ambtsdragers, zoals bedreiging, intimidatie en fysieke agressie, bleven in vergelijking met twee jaar geleden op ongeveer hetzelfde niveau. Het totaalcijfer van 2024 (45%) ligt hoger dan in 2020 en over de afgelopen tien jaar tijd gaat het bijna om een verdubbeling (Ipsos I&O, 2024). Nieuwsuur laat drie lokale bestuurders aan het woord die om die reden in 2024 hun afscheid hebben aangekondigd. Marion van der Kleij, raadslid en oud-wethouder voor de lokale partij PRO Gulpen-Wittem en eerder raadslid voor GroenLinks in de gemeente Gulpen-Wittem, vond de sfeer ziek, het wantrouwen groot en de politiek te persoonlijk: te veel op de man gericht en niet op de inhoud. Marcelle Hendrickx, wethouder in de gemeente Tilburg voor D66, hekelt niet alleen de lange werkweken, maar kreeg ook te maken met stalking, en met bizarre beschuldigingen, waarvan ook haar familie en vrienden last kregen. Anton Ederveen – hij was achttien jaar burgemeester van de gemeente Valkenswaard voor het CDA – werd bedreigd door criminelen: dat is niet nieuw, maar de heftigheid daarvan is de laatste jaren wel toegenomen (Tops et al., 2023).

Het lokale bestuur verkeert kortom in een sfeer van onbehagen die we de ‘blues’ kunnen noemen. Inspiratie om uit deze sfeer van onbehagen te komen, kunnen we gelukkig vinden bij de ‘jazz’. Hans Boutellier (2015) constateerde tien jaar geleden al dat we leven in een improvisatiemaatschappij die even onvoorspelbaar als inspirerend is. Ze genereert onbehagen, maar ook nieuwe dynamiek. Vooral van gemeenten, die dicht bij de zorgen en de kracht van mensen staan, wordt verwacht dat zij tot nieuwe vormen van samenleven komen. Daarvoor is een nieuwe bestuursstijl nodig, die zich laat samenvatten in een tiental door Boutellier (2015, pp. 13-34) helder geformuleerde principes, die zijn geïnspireerd op de metafoor van de jazzmuziek: (1) continuïteit garanderen: de kwestie van het algemeen belang; (2) thema’s en principes formuleren: tussen beleid en realisatie; (3) faciliteren en begrenzen: de kanaliserende overheid; (4) het momentum bepalen: van planning naar timing; (5) problemen en kansen zien: van klanten naar mensen; (6) wederkerigheid creëren: de kwestie van betrouwbaarheid; (7) duidelijkheid creëren: betekenisvolle communicatie; (8) goed experimenteren: reductie van onzekerheid; (9) aandacht hebben: het belang van nabijheid; (10) durven kiezen: het primaat van de politiek. Voor de organisatie van een extreem ingewikkelde menselijke samenleving is jazzmuziek volgens Boutellier een betere metafoor dan een zwerm spreeuwen of een snelweg. In een improvisatiemaatschappij heerst ook een ogenschijnlijk chaotische toestand, die tegelijk zorgvuldig gestructureerd is. Geslaagde improvisatie vereist een goede voorbereiding en als dat lukt, dan is het misschien wel de hoogste vorm van menselijke organisatie (Boutellier, 2015, p. 10).

Overigens is de sprong van de blues naar de jazz in de praktijk wellicht minder groot dan het op het eerste gezicht lijkt. De jazz is voortgekomen uit de blues ­(Kuyper, 1992, pp. 15-22). Heel mooi wordt dat aangetoond in de titel van een van de beste jazzplaten aller tijden: The blues and the abstract truth van Oliver Nelson uit 1961, met daarop de wereldberoemde compositie ‘Stolen moments’. De jazzmuziek vertrekt vanuit de blues, bij het gevoel van onbehagen, maar zij blijft daarin niet hangen. Vanuit het idee van de ‘abstract truth’ gaat zij op zoek naar algemene principes die de basis vormen voor alternatieve manieren van kijken naar de muziek en de samenleving. Het is niet voor niets dat de jazz net als de filosofische stroming van het pragmatisme zijn wortels heeft in de Verenigde Staten. In het pragmatisme is rationeel handelen namelijk een mix van geloof en twijfel. Deze mix verandert voortdurend door een confrontatie tussen drie elementen: de ervaring van de actuele werkelijkheid, het inzicht in de mogelijkheden die de actuele werkelijkheid in zich draagt, en de algemene regel waartoe het gebeurde strekt. Het biedt daarom een meer dynamische kijk op de betrekkingen tussen de overheid en de burger in het lokaal bestuur (De Jong, 1992). Net als in het pragmatisme gaat het in de jazz altijd om een combinatie van twee kwaliteiten: verbeeldingskracht en improvisatievermogen; het zijn twee zijden van dezelfde medaille. Naar mijn mening ook een goed voorbeeld voor gemeenten.

De beste manier om dat te ontdekken is natuurlijk om dat live te ervaren in een van de vele jazzpodia in Nederland. In mijn eigen stad Enschede is het mogelijk iedere vrijdagavond live jazz te beluisteren in Jazzcafé De Tor. Het is een jazzpodium dat al sinds 1970 bestaat en dat geheel wordt gerund door vrijwilligers (onder wie een raadslid van de gemeente Enschede), maar dat uiteraard niet kan draaien zonder de steun van sponsoren en subsidiegevers, waaronder de gemeente Enschede. De burgemeester van Enschede is jaarkaarthouder en een regelmatig bezoeker van De Tor. Gerrit van Poelje zei het al in 1936 (nota bene in Almelo): de moderne gemeente is een ‘cultuurgemeente’. In de moderne staat ontleent de gemeente volgens hem haar bestaansrecht vooral aan de vervulling van de culturele taak (Van Poelje, 1954). Lokaal bestuur: blijf niet hangen in de blues, omarm de jazz!

Literatuur

  • Boutellier, H. (2015). Lokaal bestuur in een improvisatiemaatschappij: Tien principes voor geïnspireerd doen samenleven. Boom Lemma.
  • De Jong, H. M. (1992). Twijfel en verantwoordelijkheid in het recht (oratie). Universiteit Twente.
  • Ipsos I&O. (2024). Monitor Integriteit en Veiligheid 2024. Deel 2: Agressie en intimidatie (Rapportnummer 2024/221).
  • Kuyper, R. (1992). Jazz in stijl: Handboek voor musici en liefhebbers. Elmar.
  • Tops, P. W., Van der Torre, E., & Muller, E. (2023). Georganiseerde misdaad en ondermijning (in Nederland) vanuit bestuurskundige optiek. In T. Overmans, M. Honingh, & M. Noordegraaf (Red.), Maatschappelijke bestuurskunde: Hoe verbindende bestuurskundigen (kunnen) inspelen op maatschappelijke vraagstukken (pp. 149-168). Boom bestuurskunde.
  • Van Poelje, G. A. (1954). De culturele taak van de gemeente. In Wet en wezen: Uit de geschriften van prof. dr. G.A. van Poelje over de Nederlandse gemeente (pp. 147-155). N. Samsom.