Wat gaat er gespeeld worden

Tor-avond vrijdag 24/2. Ik was voor de zekerheid vroeger gekomen. Kon wel eens druk worden. Met zo’n affiche. Ondanks schoolvakanties en wat al meer.
Tegen kwart voor negen was de laatste stoel al bezet. Lekker vol, lekkere sfeer en de mannen moesten nog beginnen.

Leuk om de voorbespreking van de sets even mee te kunnen luisteren. Tsja, zo gaat dat bij geïmproviseerde muziek.
Om 21:00 uur dan ook maar meteen aan de slag. Gebeurt niet vaak.

Het trio van Rein de Graaff behoeft nauwelijks introductie. Een ijzeren hardbop trio, waarin de leider/pianist waakt over het naoorlogse moderne jazzcultuurgoed. Althans zo ergens tot in de jaren’60. Hardbop. Bud Powell, Tadd Dameron, maar je hoort ook Horace Silver en zelfs een vleugje Wynton Kelly. En vooral Barry Harris. Niets mis mee dus. Het bijzondere aan Rein de Graaff is dat hij zich geheel met deze muziek vereenzelvigd heeft. Muziek “uit de tijd van de jazz”, zoals hij het vanavond zei. Dan begrijp je ook zijn sombere afsluitende bespiegelingen in die aardige NPO-documentaire in de serie Jazzportretten waarin hij weinig toekomst ziet voor de jazz. Althans als hij en de zijnen er ooit mee stoppen, dacht ik er achteraan. Ik deel zijn somberheid stellig niet. Die ‘jazz-is-dood’ verhalen duiken al decennia van tijd tot tijd op. Maar jazz is er mooi nog steeds. Voor wie ook wat verder dan die hardbop alleen wil luisteren, gebeurt er zo ontstellend veel dat ook voor het verwende jazzoor maar al te zeer de moeite waard blijft. Maar daar komen we hier nog wel eens over te praten.

Vrijdag 24 februari 2017 in De Tor

Ook van bassist Marius Beets is er zo’n leuke Jazzportrettendocumentaire. Echt even gaan kijken, ze zijn allemaal mooi bij de NPO terug te zien. Ik vond Beets – gelukkig een veel geziene gast in De Tor – zeer op dreef vanavond. Veel en goed solowerk. Gemakkelijk door de soms heel hoge tempi heen. Een sterke steunpilaar in het trio. Draagt vooral ook bij aan het muzikale gehalte.

En dan natuurlijk slagwerker Erik Ineke. Net zoals De Graaff al weer een paar jaar Zilveren Tor-drager en net zoals de pianist schrijver van een interessant boek over zijn ervaringen met de uiteenlopende galerij muzikanten waarmee hij ooit speelde.

Erik Ineke

En ook aan hem is een uitzending in de serie Jazzportretten gewijd. Die man speel zo rete-strak, niet zelden slaat hij eigenlijk vooral de vier tellen op zijn cymbels, het bekende swing voorslagje gewoon weglatend. Overigens waren het Philly Jo Jones en ook bijvoorbeeld Jimmy Cobb bij Miles Davis, die dat voorslagje al heel kort voor de 2de tel lieten vallen. Waardoor de klassieke swing feel veel strakker werd. Nog strakker, nog dwingender. Daar is Ineke onderscheidend goed in. En hij soleert zo herkenbaar door de schema’s heen. Steeds goed te volgen. ’t Klinkt bijna on-drums.

Kortom, het trio zoals we het kennen. Stevig en strak swingend met een heel beste drive. Waarbij ze naar mijn gevoel deze avond toch wel zeer op dreef waren. Veel soloruimte voor allen, vier-om-viertjes, twee-om-tweetjes, en zo voort. De stemming zat erin.

Kleine grote man

De klapper van de avond was natuurlijk bariton saxofonist Gary Smulyan (60) uit NYC. JJA Jazz Awards Winner vanaf 2009 (m.u.v. 2011), tot en met 2016
Meerdere jaren Downbeat Reader’s Poll winner, zo ook de Critics Poll, 6 Grammy Awards, ga zo maar door. Op basis van deze staat van dienst kan je gerust stellen dat hij dit laatste decennium dé koning onder de baritonsaxofonisten is. Aardige, toegankelijke man ook. Docent aan het conservatorium in NYC, speelde in alle big bands die er toe doen in de USA (Dizzy, Mingus, Thad Jones, om er een paar te noemen) en is, inderdaad, elke maandagavond te horen in de Village Vanguard BB in de gelijknamige club in NYC. Leuk ook dat hij gelijkenis zag met ons Tor-lokaal. Mogen we trots op zijn. En koesteren.

Smulyan haalt een heel best geluid uit zijn sax en weet er ontstellend snel op te spelen. Als ware het een altsax of zo. Veel lucht, lange frasen die onderweg niet aan kracht inboeten, super snel, kortom, technisch van hoge klasse. En een mooie ronde sound. Lekker hoor.
Voor de liefhebbers zijn set up: Smulyan speelt op een 1936 Conn 12 M, met een 10* (!) Florida Otto Link mondstuk en ‘gewoon’ met Vandoren 2 of 2,5 rieten. We weten wat ons te doen staat.

Nou, en wat werd er gespeeld?
Als gezegd stevige hard bop, die staat als een huis. Allemaal bestaand en vooral ouder materiaal. Wat ook weer opvalt is dat die mannen er vanaf de eerste tel ook meteen staan. Niet warm draaien en gaandeweg op dreef komen, nee, meteen pats boem, daar zijn we. Da’s op zich al zo vet.
De play list opende met Luminescense (Barry Harris), vervolgens Donald Byrds’ Sudwest Funk, Half Nelson van (daar is hij dan) Charlie Parker, tot dan toe medium tot snelle stukken.

Old Folks

Een voor mij  wonderschoon intermezzo was de bariton/piano uitvoering van Old Folks. Fijne klassieke ballad met mooi lyrisch solowerk van beide heren.
Uitsmijter voor de pauze was Shaw Nuff, kende ik eigenlijk alleen van Barney Kessel maar het is een compositie van Parker/Gillespie. Weer in een waarlijk jezus-tempo, waarbij een groot stuk voor rekening kwam van de bari en de drummer. Wat een mega tempo, maar ja ik had net Old Folks gehad. Niet klagen dus.

Ook na de pauze up tempi met Tadds’ (Dameron) Delight, met weer die enorme swing en drive van het trio. Vervolgens nog een Dameron-stuk Juh Berro met een latin-sfeertje dat er voor mij niet echt uitkwam. Gary wel, maar het ensemble als geheel kon het beter bij de rechttoe-rechtaan swing houden. Lijkt me niet zo hun ding.
Just in time (Jule Styne) was weer in zo’n tering tempo: veel om en ommetjes bari/drums. Maar hoera, dan toch weer een ballad: What’s New (Bob Haggart) en zo waar, Erik niet alleen met brushes maar zelfs een korte solo voor de drummer in deze ballad. Leuk.
Met Miles Davis’ Put of the Blue sloten de heren af. Uiteraard weer snel.

Trio De Graaff, featuring Gary Smulyan

Al het geklap tot slot leidde tot een ontspannen uitzwaai-bluesje met knipogen naar Parkers’ Mood. Wat klinkt die bari hier toch weer tof en dan zit je naar eigenlijk zo’n klein mannetje achter dat grote ding te kijken. Ja, die kan er wat van!

Kortom: een heel best vrijdagavondje Tor. Rein de Graaff beloofde volgend jaar weer te komen. Mooi. En Smulyan veronderstelde dat hij over een jaar of drie Enschede wellicht ook weer zal aandoen, want dit is toch wel een heel leuk cluppie.
En zo is het!