De loop begint erin te komen bij de zondagmiddagconcerten van Jazzpodium de Tor. Bij de eerste editie reageerde het publiek nog wat onwennig, nu was het aantal bezoekers meer dan bemoedigend te noemen.

Het was een groot feest der herkenning, oftewel: een warm bad vol nostalgische herinneringen. Een zevental muzikanten (na de pauze zelfs even uitgebreid met gitarist Wil Lutje Schipholt) brachten een ode aan het Miller Sextet, dat in de jaren 50 van de vorige eeuw in ons land furore maakte. Engelstalige standards als Fly me to the moon (met verse!) en I thought about you werden afgewisseld door krakers in de moerstaal: Veel mooier dan het mooiste schilderij, het Katerliedje en Weet je nog wel, die avond in de regen? Hierin viel direct de verrassing van de middag te ontdekken: zangeres Tonny Nijland, die over een glasheldere dictie beschikt, immers elk woord was letterlijk te verstaan. Ze zong menig duet met Henk Bleumink, de oprichter van de groep, de man met de ‘crispy’ stem en prima timing, die ook nog eens de gitaar bespeelt.
Verder viel er te genieten van het spel van pianist Hajé Nordbeck, die regelmatig knipogen uitdeelde naar rendier Rudolph, slagwerker Norbert Umme, de gepokt en gemazelde contrabassist Ewoud Huizing en blazer Sietze de Leeuw, op saxen en dwarsfluit. Hij nam, evenals vibrafonist Hans Kerkhoff -die op deze dag jarig was- menige boeiende solo voor zijn rekening.
Een klein minpuntje vormde de misverstanden rondom de te volgen akkoordenschema’s, maar wat overbleef was een uiterst aangename middag vol overbekende melodieën, die dankzij deze groep gelukkig aan een dreigende vergetelheid ontrukt worden.