Tot het kookpunt

Tot het kookpunt

De onlangs gereviseerde vleugel moest afgelopen vrijdagavond werkeloos in de hoes blijven staan, want het Bart Wirtz quintet had eigen -elektronische- toetsinstrumenten meegenomen. Emiel van Reithoven toonde zich op de toetsen een ware tovenaar, want telkens wist hij aan zijn instrument weer andere verrassende klanken te ontlokken. De man musiceerde met zijn hele lichaam en leek als het ware uit te beelden wat er klonk. Af en toe greep ook altsaxofonist en naamgever Bart Wirtz in de toetsten en zelfs percussionist Phil Martin had in zijn instrumentenwinkeltje nog ergens een toetsinstrument opgesteld.

Wat vanaf het begin echter opviel was de enorme drive die dit vijftal aan de dag legde. Met het openingsstuk, Minor Robots, vielen de vijf mannen onbedaarlijk funky swingend met de deur in huis. Een lekker vette basgitaar-sound van Kasper Kalf deed een extra duit in het zakje. Casser le dos werd aangekondigd als een ballade en klonk inderdaad heel melodieus, waarbij het leek alsof Phil Martin zat mee te neuriën. Over melodie gesproken: tijdens The Machinist was het op en top genieten van het fraaie altsax-spel van Bart Wirtz. Bij “gebrek aan” de zangeressen vingen de mannen zelf de zangstemmen op in het slotstuk voor de pauze, Beta Blocker. In dit stuk ging de saxofonist helemaal los op zijn instrument.

Na de pauze volgden er nog een paar stukken van de meest recente cd van het kwintet, getiteld Beneath the surface, zoals Growth V, het vervolg van de Growth-cyclus van eerdere cd’s en French Press & a bottle of coke, ook weer onbedaarlijk swingend, zeker niet in de laatste plaats door de hechte samenwerking tussen slagwerker Niek de Bruijn en de percussionist, gecompleteerd door lekker gekke elektronische geluiden. Van een eerdere cd was We are the state en dit gold ook voor de toegift Resa Mo’ : een ode aan Wirtz’ inmiddels zesjarige dochtertje, een compositie met een lekker verende cadans.
Daartussen hoorde het publiek vliegtuigachtige geluiden, maar ook “analoge” shakers. De toetsenist soleerde op een manier die deed denken aan de gloriedagen van Eumir Deodato en Bart Wirtz voerde de stemming nog eenmaal op tot het absolute kookpunt.