Goeie vraag. Die je overigens niet botweg met “Nee” kunt beantwoorden. Een antwoord zou kunnen zijn: ”Hangt er van af”.

Als je naar een jazzcafé gaat doe je dat met de bedoeling om een avondje in een lekker schuimend biertje te happen en gezellig te babbelen met de swingende geluiden van een jazzband als muzikaal behangetje. Een aantal jaren geleden was de op halve hoogte hangende sliert blauwe walm van de rook van sigaretten ook een vast onderdeel van deze ambiance. Maar dat is God zij dank verleden tijd.
Als je dan toch wat van de muziek zou willen horen kun je je door de menigte naar voren worstelen om vlak voor de onverstoorbaar door spelende band een plekje te veroveren.

Zo kun je jezelf bijvoorbeeld iedere donderdagavond en zondagmiddag terugvinden in het café In Den Uiver aan de Riviervismarkt in Haarlem, een echt Jazzcafé, misschien wel op een krukje bijna schouder aan schouder met de pianist. Vergeet niet hem af en toe een glas bier aan te reiken. Ook bij recepties waar een jazzband voor het juiste sfeertje moet zorgen mag je met een glas bubbels in je hand ongehinderd luidop converseren met de peopletjes van jouw social network. Hierbij komt het hoogst zelden voor dat er gasten zijn die enige interesse hebben in de prachtige noten die de keurig geklede muzikanten produceren.

Anders wordt het bij een jazzpodium, zoals De Tor sinds al weer een behoorlijk aantal jaren wil worden genoemd. Hier gaat het om jazzmusici van topklasse, uit Nederland en wereldwijd, die allemaal graag de reis naar de Walstraat in Enschede ondernemen in de wetenschap dat ze daar zullen spelen voor een dankbaar en kritisch publiek van ware jazzliefhebbers. Ondersteund door een team van geluidstechnici die er naar streven om de muziek zo akoestisch mogelijk optimaal de trommelvliezen van de toehoorders te laten beroeren.

Hierbij ligt het accent iets meer op een concertante beleving van jazzmuziek. En dan hangt het er nog vanaf wat voor muziek er wordt gespeeld. Als een bebop combo stevig swingend en toeterend uit z’n bol staat te gaan zal het geen enkel probleem zijn als er gezellig wat met elkaar wordt gepraat. Het komt echter ook vaak voor dat er fijne verrassende lyrische en melodieuze muziek met mooie harmonische lijnen wordt gespeeld. Vaak is deze muziek overigens van een zodanig hoog artistiek gehalte dat het publiek muisstil en ademloos zit te luisteren om aan het eind van het stuk in een enthousiast applaus los te barsten.

Waar het om gaat is enig respect voor de musici die hun kunst voor ons opvoeren en empathie voor de medetoehoorders die geen noot van de muziek willen missen en ook geen woord van het interessante verhaal van de presentator, vooral als die Cees Schrama heet.

Overigens moet worden gezegd dat ondergetekende met het schaamrood op de kaken en een Mea Culpa Maxima moet erkennen dat hij de bovengenoemde stelling soms wel eens wil veronachtzamen en afgelopen vrijdag de medeveroorzaker was van het door Koen Edeling gesignaleerde geroezemoes van achter uit de zaal. Hij ziet zich dan ook genoopt zijn leven enigszins te verbeteren.

Het is nou ook weer niet de bedoeling dat we iedere vrijdagavond in idolate bewondering en zwijgend naar het podium zitten te staren. Het moeten wel plezierige en ontspannende avonden blijven. Het gaat om het vinden van de juiste maat.

Peter Westers